Raad van State oordeelt: Bouwvrijstelling in strijd met EU-wetgeving

Woensdag 2 november heeft de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan die concreet inhoudt dat de komende tijd bouwprojecten, ook in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, behoorlijke vertraging kunnen oplopen. De algemene bouwvrijstelling door het kabinet, vorig jaar nog ingesteld om te voorkomen dat de bouw op slot gaat, is in strijd met het Europese natuurbeschermingsrecht en mag dan ook niet langer gebruikt worden.

Het oordeel houdt in dat de tijdelijke stikstofuitstoot die vrijkomt bij bouwwerkzaamheden niet genegeerd mag worden bij een aanvraag voor een bouwvergunning. Die moeten voortaan vergezeld gaan van een stikstofberekening, waarin de gevolgen op nabijgelegen natuur worden meegenomen. Een vergunning mag pas worden afgegeven wanneer uit die berekeningen blijkt dat er geen schade aan de natuur optreedt. Is er wel schade dan zal de aannemer of projectontwikkelaar de uitstoot moeten compenseren. Dat kan via de landelijke stikstofbank of door zelfstandig de benodigde stikstof ruimte te regelen.

Doek voor vrijstelling valt definitief

De Raad van State deed deze uitspraak in een rechtszaak die milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) had aangespannen tegen de minister van Economische Zaken inzake een bouwproject, het Porthosproject, in het Botlek gebied. Volgens de regeling die het parlement in juli 2021 had aangenomen zijn bouwwerkzaamheden per definitie tijdelijk en hebben daarmee geen effect op de lange termijn. Het MOB is het hier niet mee eens. Volgens de organisatie is de tijdelijke uitstoot van een individueel project wellicht klein, maar die vlieger gaat niet op wanneer je alle bouwprojecten in het hele land bij elkaar optelt. Bovendien staat de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn geen vrijstelling voor ‘tijdelijke’ uitstoot toe.

Met die argumenten als uitgangspunt vocht het MOB de afgegeven bouwvergunning voor het Porthosproject aan en heeft nu gelijk gekregen door de bestuursrechter in hoogste instantie. In het geval van de aangevochten bouwvergunning betreft het een tussenvonnis, maar voor de kabinetsregeling rondom de vrijstelling voor de bouw is met deze uitspraak het doek nu definitief gevallen.

MEER

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter