Met toestemming van de Stichts-Hollandse Historische Vereniging te Woerdenvolgt hierna een gedeelte van een artikel uit ‘Heemtijdingen’, het tijdschrift van de vereniging, editie maart 1972. Voor de sfeer zijn in onderstaande fragmenten van krantenberichten uit 1872 de originele stijl en spelling intact gelaten.
“Op 1 april 1872 werd overal in ons land de inneming van Den Briel door de watergeuzen in 1572 herdacht. De feestvreugde was niet algemeen. Immers, op 9 juli 1572 werden eveneens te Den Briel op last van Lumey de Gorkumse martelaren vermoord.” Lumey, voluit Willem van der Marck Lumey, stammend uit een adellijk geslacht, was een beruchte geuzenleider. Zijn wandaden brachten hem in conflict met Prins Willem van Oranje, die vrijheid van godsdienst nastreefde en afwisselend kerkte bij priesters en dominees (ex- priesters). Uiteindelijk werd Lumey verbannen.
Nadat Den Briel of Brielle op 1 april 1572 zonder slag of stoot door de geuzen was ingenomen, verklaarde de stad Gorinchem zich vóór de Prins. Negentien katholieke geestelijke werden door de nieuwe calvinistische stadsregering naar Den Briel gedeporteerd en na zware marteling opgehangen. Een raam in de Woerdense Sint Bonaventurakerk herinnert aan die droevige episode. Hoe de ‘feestviering’ in onze streek verliep, blijkt uit verslagen in het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad:
“BODEGRAAFSCHE MEIJEN – Ten gevolge van plaats gehad hebbende ongeregeldheden in de Bodegraafsche Meijen is naar het Handelsblad meldt, Zaterdagmiddag 5½ ure een detachement infanterie van 50 manschappen, onder bevel van kapt. Peperkamp en medegeleide van den 1. luit. Schalken en den 2. luit. Sadee, behoorende tot het 8. reg. inf. uit Woerden derwaarts gemarcheerd, gisternacht waren deze troepen in het schoollokaal aldaar gelegerd. Men verneemt, dat de oproermakers op ene vrouw, die met het Aprilfeest gevlagd had, een geweerschot gelost hebben.” “De rust in de Bodegraafsche Meijen is in zooverre gehandhaafd, dat eergisteravond een gedeelte van het derwaarts gezonden detachement van het 8-ste reg. inf. naar het garnizoen Woerden zou terugkeeren. Voorloopig blijft een detachement inf. van 25 man, onder kommando van den 2. luit. Sadee estationeerd.”
Ook elders werd gefeest en/of gereld:
“LINSCHOTEN – Onder begunstiging van prachtig weder, was het voor de schooljeugd alhier een ware feestdag, daar zij van wege de gemeente in de school werd onthaald op chokolade, krentenbrood en sina’sappelen. (…) Aan de behoeftigen had des morgens uitdeeling van brood plaats. Dewijl algemeene deelneming ontwaard werd, is geen ogenblik de orde of rust verstoord.”
“HARMELEN – Hedenmorgen kondigde het uitsteken der vlag op den toren alhier, en het geschut van Woerdens wallen ons aan, dat er een nationaal feest zou zijn (…). De geestdrift was hier anders lang niet algemeen, want oranje werd bij de roomschen niet gezien en zelfs waren er nog drie die denpauselijken wimpel uit hadden hangen, men zegt nog wel bij een der wethouders. Zou het een wonder geweest zijn, als hier op die wijs ook
ongeregeldheden hadden plaats gehad?”