Belle van Bodegraven, deel 26

Moeder is woedend op haar en dat is niet zo vreemd ook na haar onbezonnen actie, maar of ze er echt iets van geleerd heeft betwijfel ik. Ze wil het op haar eigen manier rechtzetten. Ik hoop dat ze weet waar ze aan begint.

Speciaal voor EditieGroeneHart.nl verschijnt van de hand van de Bodegraafse schrijver Ronald van Assen het historische tweewekelijkse vervolgverhaal Belle van Bodegraven. Belle van Bodegraven is een verhaal dat zich afspeelt aan het eind van de 18e eeuw in de omgeving van Bodegraven. Hoofdpersoon is de zestienjarige Belle. Een behulpzaam meisje met een hang naar avontuur wat haar regelmatig in de problemen brengt. 

Vandaag deel 26 online en daar zijn we heel erg trots op en dankbaar voor. Inmiddels zijn we een jaar verder en iedere aflevering opnieuw neemt Ronald ons mee in het avontuur dat Belle beleeft.

‘Je hebt wat?’ roept moeder witheet van woede als Belle haar verhaal heeft gedaan. ‘Ik had het je nog zo verboden! Hoe haal je het in je hoofd. Van alle stommiteiten die je hebt begaan in je jonge leven is dit wel de grootste. Besef je wel wat je gedaan hebt?’ Belle knikt verlegen.‘Nou ik denk het niet. Figuren zoals die Bas willen altijd meer. Denk je echt dat hij zich aan zijn woord zal houden? Leer mij dat soort kerels kennen. Het begint met een kwart, maar het wordt telkens meer en meer.’ ‘Maar moeder,’ snikt Belle, ‘hij heeft beloofd de afspraak na te komen.’ ‘En jij gelooft dat? Weet je wat het woord chanteerbaar betekent? Want dat zijn wij nu, chanteerbaar.’

Belle kijkt haar moeder vragen aan. Tranen lopen over haar rode wangen. ‘Het betekent dat hij ons nu kan afpersen. Hij weet iets over ons en kan er op elk moment mee naar de schout of de commandant van het fort stappen. Zolang hij er voordeel bij heeft zal hij dat niet doen want zo uitgekookt is hij wel, maar op de dag dat we niet meer kunnen betalen … Ik moet er niet aan denken wat er dan met ons gebeurt.’ ‘Maar hij kan toch niets bewijzen?’ probeert Belle haar moeder gerust te stellen. ‘Vermoedens zijn al voldoende. Voor de commandant is een enkel woord genoeg. De schout zal bewijzen nodig hebben, dat is waar, maar als het mensen te heet onder de voeten wordt gaan ze vanzelf praten en dan hangen we. Ik vertrouw erop dat Joseph en Gerrit hun mond houden, maar de schout heeft manieren om de meest geharde mannen te laten praten. Nee, het ziet er niet best uit.’

‘En nu?’

‘En nu laat je het verder aan mij over. Misschien schiet me iets te binnen als ik een beetje tot rust ben gekomen. Tot die tijd gedraag jij je als een voorbeeldig kind en blijf je hier op de boerderij. Ik wil je geen moment uit het oog verliezen voordat je nog meer stommiteiten begaat. Er is genoeg werk in de keuken voor je te doen. Dan kan ik je goed in de gaten houden.’ Belle poetst en boent of haar leven ervan afhangt. Regelmatig werpt ze een snelle blik op moeder om te zien of ze al iets minder boos is. Ze durft haar niet aan te spreken, bang voor een nieuwe preek. Ze snapt nog niet hoe ze zo stom kan zijn geweest. Moeder had het verboden, en niet zonder reden. Hoe moet het nu verder? ‘Doorwerken jij,’ snauwt moeder als Belle even in gedachten verzonken is. ‘Ik moet straks naar Van Vliet. Elske loopt op het laatst en ik had haar beloofd te helpen. Ik ga ervan uit dat jij hier in de keuken blijft en wee je gebeente als ik van vader of de jongens hoor dat je niet gehoorzaam bent geweest. Wat heb je daarop te zeggen?’

‘Ja, moeder,’ antwoordt Belle timide.

‘Goed. Ik heb er weinig zin in en ben zo snel mogelijk weer terug, maar misschien is het wel goed om even mijn zinnen te verzetten. Elske kletst de oren van je kop, zeker als het bijna zover is, dus veel tijd om dan aan jouw onbezonnen actie te denken heb ik niet.’

‘Veel plezier, moeder,’ zegt Belle zacht.

Zo gauw moeder weg is, barst Belle in tranen uit. Met de schrobborstel dicht tegen zich aangeklemd laat ze zich tegen de keukenmuur zakken. Haar lichaam schokt. Wat voelt ze zich ellendig. Hoe kan ze het ooit weer goedmaken met moeder? ‘Wat is er met jou aan de hand?’ klinkt het ineens achter haar. Belle schrikt. Leendert! Ze was zo in haar verdriet verzonken dat ze hem helemaal niet heeft aan horen komen. Snel droogt ze haar tranen en probeert ze zichzelf onder controle te krijgen. ‘Helemaal niets.’ Haar stem slaat over. ‘Helemaal niets? Zo ziet het er anders niet naar uit. Is er wat gebeurd?’ Leendert knielt bij Belle neer. ‘Heb je pijn?’ ‘Laat me nou maar.’

‘Niet voordat je zegt wat er aan de hand is. Heeft iemand je iets aangedaan?’ ‘Ik zeg toch dat er niets aan de hand is,’ antwoordt Belle kribbig. ‘Nou zeg, ik wil alleen maar helpen hoor. Je bent soms wel een lastpost, maar van mijn zuster blijven ze af.’ Bij het woord “lastpost” barst Belle opnieuw in snikken uit. ‘Wat is er met je?’ vraagt Leendert geschrokken. ‘Moet ik vader roepen?’ ‘Nee, nee, niet vader. Ik heb ruzie met moeder gehad. Dat is alles.’ ‘Maak dat de kat wijs. Je hebt wel vaker ruzie met ma gehad, maar dan reageerde je niet zo. Volgens mij is er meer aan de hand, heb ik gelijk of niet?’ Belle knikt langzaam haar hoofd. ‘Ik kan het je niet vertellen. Het is iets tussen moeder en mij.’

‘Tja, als je het me niet kan vertellen, kan ik je ook niet helpen,’ zegt Leendert terwijl hij overeind komt. Belle kijkt haar broer door haar tranen heen aan. Ze is in de war. Eigenlijk wil ze Leendert alles opbiechten. Dat zal opluchten, maar ze wil niet opnieuw tegen de wil van haar moeder ingaan. Iets in haar zegt echter dat ze Leendert in vertrouwen moet nemen. Het gevoel is zo tegenstrijdig, ze weet er geen raad mee. Plotseling krijgt ze een ingeving. Zij heeft ervoor gezorgd dat haar familie chanteerbaar is, zoals moeder het noemt. Wat als ze iets vindt om die Bas mee te kunnen chanteren? Als ze iets vindt over Bas wat de schout niet mag weten, dan kan ze dat tegen hem gebruiken. Het is een gewaagd plan, nog gewaagder dan haar idee om Bas erbij te betrekken, maar erger dan dit kan het toch niet meer worden. En als haar opzet slaagt is haar familie gered. Sterker nog, dan is de hele smokkeloperatie gered. Wat zal moeder dan trots op haar zijn.

Alle twijfel is plotseling verdwenen. Ze voelt hoe haar verdriet plaatsmaakt voor bravoure. Ze gaat staan en houdt haar broer tegen. ‘Hoeveel weet jij over Bas?’ Leendert kijkt haar verbaasd aan. ‘Bas? Welke Bas?’ ‘Bas van Vrouwmade.’

‘Oh, die Bas. Hoezo? Wat wil je weten?’

‘Alles wat je me over hem kan vertellen. Hoe meer, hoe beter,’ antwoordt Belle op geheimzinnige toon.

Biografie Ronald van Assen

Ronald van Assen (Delft, 1971) begint in 2011 na een heftige periode in zijn leven met schrijven. In eerste instantie op therapeutische basis. Zijn eerste boeken en verhalen zijn dan ook ervaringsverhalen. Het schrijven geeft hem zoveel voldoening dat hij ermee doorgaat. Inmiddels heeft hij een heel oeuvre op zijn naam staan in verschillende genres. Hij doet regelmatig aan schrijfwedstrijden mee en heeft meerdere prijzen gewonnen. Om zich verder te verdiepen in alle facetten van het schrijven verzorgt hij (lees)redactie, beoordeelt hij manuscripten, geeft hij workshops en is hij jurylid bij verschillende schrijfwedstrijden. Naast zijn werkzaamheden op schrijfgebied is hij ambassadeur van wijzijnMIND, voorlichter bij Stichting Kernkracht en huisman.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter