
Jackie van der Vlis snijdt samen met Cor de Raadt, voormalig voorzitter van de stichting Bij Everts, de taart ter gelegenheid van het jubileum van het Evertshuis (maart 2025) aan. Foto: Lucienne de Valk
Bodegraven – Het had de zomer van de oogst moeten worden. Van nieuwe plannen, verdieping en een stevige culturele programmering voor 2025. Maar in plaats daarvan zit Jackie van der Vlis – tot voor kort directeur van het Evertshuis in Bodegraven – thuis met een doos vol dossiers, een hoofd vol vragen en het wrange besef: ze is vervangen, zonder het te weten.
Niet via een gesprek. Niet met een aankondiging. Maar via een LinkedIn-advertentie. Eén van de twee vacatures die de gemeente gelijktijdig online zette. De een via social media, de ander via de website. De functieomschrijving leek opvallend veel op die van haar eigen rol – alleen de functietitel was anders. “Ik ontdekte mijn eigen vervanging online,” zegt ze gelaten. Inmiddels heeft de gemeente de gewraakte vacature offline gehaald. Maar de manier waarop blijft schrijnen.
Stil vertrek, luide reacties
Wat begon als een zoektocht naar een nieuwe definitie en functie van het Evertshuis groeide binnen enkele maanden uit tot een publiek drama. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk besloot het beheer van het Evertshuis in eigen hand te nemen en liet daarbij weinig ruimte voor de bestaande culturele structuur. Het bestuur van de stichtingen Evertshuis Cultuur en Bij Everts legden hun functie neer uit protest tegen het ontbreken van overleg en visie. De gevolgen waren voelbaar, vooral voor Van der Vlis: haar rol werd uitgehold, haar opdracht niet verlengd. “Er werd niet meer mét me gesproken, alleen nog over me,” zegt ze.
Op sociale media stromen inmiddels de steunbetuigingen binnen. Van vrijwilligers en bezoekers tot collega’s uit de culturele sector: de toon is verontwaardigd, verdrietig en soms ronduit woedend. “Zonder Jackie geen boekenmarkt meer,” schrijft iemand. Een ander: “De gemeente heeft het Evertshuis om zeep geholpen, daar zijn geen woorden voor.”
Een stuurloos huis
Volgens de gemeente ligt de verantwoordelijkheid voor het beëindigen van haar opdracht niet bij hen, maar bij het – inmiddels opgestapte – bestuur van Stichting Evertshuis. Die zou in december al besloten hebben het contract slechts tot 30 juni te verlengen. Een besluit dat, zo klinkt het in de wandelgangen, onder druk van gemeentelijke inmenging genomen werd. Intussen is er niemand die een nieuwe overeenkomst kan tekenen. Want er ís geen bestuur meer.
Het gevolg: een cultureel huis zonder kapitein, zonder koers, en met een publiek dat zich verraden voelt. “Dit is geen bestuurlijke kwestie meer,” zegt een betrokken vrijwilliger. “Dit is een vertrouwensbreuk.”
Van cultuurhuis naar ontmoetingsplek
Wat hier speelt, gaat verder dan één directeur. De situatie rondom het Evertshuis is exemplarisch voor een sluipende verandering in het gemeentelijke cultuurbeleid: van inhoud naar efficiëntie, van diversiteit naar multifunctionaliteit. Het Evertshuis moet – zo blijkt uit gemeentelijke plannen – minder professionele voorstellingen bieden, de bibliotheek integreren in de centrale foyer en zich transformeren tot ‘maatschappelijke ontmoetingsplek’.
“Cultuur dreigt bijzaak te worden,” waarschuwt Van der Vlis. “Waar het eerst ging over zingeving, verdieping en verbinding, gaat het nu over gebouwbeheer en bezettingsgraad.” De vacaturetekst spreekt boekdelen: het woord ‘cultuur’ valt pas op het eind.
Een gemiste kans op dialoog
De gemeenteraad probeerde via een motie nog tot verbinding te komen: stel een onafhankelijke mediator aan. Maar die is volgens ingewijden inmiddels gedegradeerd tot ‘gespreksleider’ – een semantisch detail met grote symbolische lading. “Een mediator zoekt evenwicht tussen belangen,” zegt Van der Vlis. “Een gespreksleider zit de vergadering voor.”
De vraag blijft hangen: wíl de gemeente eigenlijk wel een onafhankelijk cultuurbeleid of is het Evertshuis inmiddels gereduceerd tot de post vastgoed met bijbehorend personeel?
Wat blijft er over?
Er was geen afscheid, geen speech, geen bloemen. Alleen een vacature en stilte. De vrouw die het Evertshuis door de moeilijke jaren na corona loodste, het bezoekersaantal verdubbelde en met beperkte middelen een volwaardig cultureel programma neerzette, verdwijnt geruisloos uit beeld. “Ik laat het los,” zegt Van der Vlis. “Maar ik maak me zorgen over wat er verloren gaat.”
En daarmee raakt dit verhaal aan iets groters. Want als bevlogen mensen afhaken, als cultuurmakers zich ongewenst voelen, als het gesprek niet meer gevoerd wordt – wat blijft er dan over van het culturele hart van de gemeente?
Voorlopig is het antwoord pijnlijk helder. Een ongewisse toekomst en een gemeenschap die zich afvraagt wie er nog luistert als cultuur haar stem verliest.