
Bodegraven – Het is een besluit dat klinkt als een doffe slag na een langgerekt akkoord: het voltallige bestuur van Stichting Evertshuis en Stichting Bij Everts heeft besloten zijn portefeuilles ter beschikking te stellen. Niet uit onmacht, maar uit onwil om mee te werken aan wat zij omschrijven als de afbouw van het Evertshuis. In een verklaring spreekt het bestuur van een breekpunt: ondanks een jaar waarin bezoekersaantallen stegen, lokale initiatieven floreerden en een positief resultaat werd geboekt, was er van gemeentelijke samenwerking geen sprake.
Een nieuwe visie, een ander geluid
De stap komt op een moment waarop de gemeente haar visie op het Evertshuis nadrukkelijk herijkt. Volgens het college kampt het Evertshuis al jaren met structurele verliezen – jaarlijks zou het gebouw de gemeente 380.000 euro kosten. De voorgestelde oplossing is rigoureus: de gemeente wil het beheer naar zich toe trekken en het aantal professionele voorstellingen halveren. Tegelijkertijd wordt ingezet op een fusie tussen het Evertshuis, Bij Everts en de bibliotheek. Volgens het college ontstaat daarmee ruimte om te besparen én opnieuw te investeren in andere culturele initiatieven.
Overleg of alleen eenrichtingsverkeer?
Dat klinkt overzichtelijk op papier. Maar wie beter kijkt, ziet rafels. Het gemeentebestuur stelt dat er in de aanloop naar dit besluit uitgebreid is gesproken met inwoners en betrokkenen. In haar verklaring wijst het vertrokken bestuur van het Evertshuis er echter op dat van constructief overleg nooit sprake is geweest. De gesprekken, voor zover die al plaatsvonden, misten volgens hen een serieuze openheid voor alternatieven. En intussen zoekt de gemeente in regionaal verband al naar een nieuwe partij om de programmering over te nemen – een stap die het bestuursbesluit in een ander licht plaatst.
Personeelstekort of politieke keuze?
Opmerkelijk is ook de timing. Juist een gemeente die de afgelopen jaren herhaaldelijk benadrukte dat er te weinig gekwalificeerd personeel beschikbaar was om een nieuwe cultuurvisie op te stellen en in zee ging met verschillende ingehuurde externe krachten, kondigt nu aan het beheer van een complex en veelzijdig cultuurhuis in eigen hand te willen nemen. De vraag dringt zich op of de gemeente daadwerkelijk over de mensen én middelen beschikt om het Evertshuis van de toekomst vorm te geven – of dat hier sprake is van een opmaat naar geleidelijke ontmanteling.
De mensen achter de stenen
Uit de toelichting van het college blijkt dat het financiële probleem vooral in de ‘stenen’ zit: het vastgoed, dat eigendom is van de gemeente. Maar het gevolg raakt vooral de mensen. Niet alleen het theaterprogramma, dat wordt gehalveerd, maar ook de lokale verenigingen, vaste huurders en vrijwilligers die het Evertshuis jarenlang tot een levendige ontmoetingsplek maakten. En natuurlijk het personeel, dat nu in onzekerheid verkeert.
Een breuk zonder herstel
Het college zegt bezorgd te zijn over het opstappen van het bestuur en vertrouwt erop dat er een zorgvuldige overdracht zal plaatsvinden. Maar wie tussen de regels leest, merkt hoe groot de afstand inmiddels is geworden. Waar aan de ene kant gesproken wordt over herstructureren en investeren, spreekt de andere kant van het ontmantelen van een bloeiend huis voor cultuur.
Wat resteert, is een voorstel dat op 5 en 11 juni in de gemeenteraad besproken wordt. Een voorstel waar het Evertshuis zelf niet langer bij aan tafel zit. En een cultuurvisie waarin het hart van het Evertshuis – haar mensen, haar geschiedenis – zich niet meer lijkt te herkennen