
Leerdam – Hij is al enige tijd te zien – de tentoonstelling Optisch Glas in het Nationaal Glasmuseum in Leerdam. Wie binnenstapt in de villa’s aan de Linge, wandelt niet alleen langs fonkelende objecten, maar ook dwars door een wereld van licht, precisie en persoonlijke toewijding. Dit is glas zoals je het zelden ziet: abstract, geconcentreerd, glas dat bijna terugkijkt.
Een gedeeld oog voor schoonheid
De tentoonstelling is ingericht ter gelegenheid van de dubbelbiografie Gecompliceerd en glashelder, over glasverzamelaars Sam Jonker en Valentine Zaremba. Hun liefde voor glas begon in de jaren ’80 en groeide uit tot een indrukwekkende verzameling van voornamelijk optisch glas. Geen frivole vaasjes of decoratieve schalen, maar objecten waarin maanden werk zit – geometrische vormen, tot op de millimeter geslepen, waarin het licht telkens opnieuw zijn eigen spel speelt.
Sam en Valentine reisden, verzamelden, schreven brieven, bouwden relaties op met kunstenaars en kochten werk aan van Tsjechische en Slowaakse glaspioniers. De naam Václav Cigler viel als eerste – een visionaire kunstenaar die in de jaren ’60 de artistieke potentie van optisch glas herkende. In Bratislava richtte hij een glasafdeling op die glas niet langer als gebruiksvoorwerp benaderde, maar als bouwsteen voor iets groters: kunst, architectuur, ervaring. Zijn leerlingen zouden later ook in de collectie van Sam en Valentine terechtkomen: Miloš Balgavý, Zora Palová, Štěpán Pala, Lubomír Arzt.
En dat niet alleen: ook Nederlandse namen kregen een plek in hun huis en later in hun stichting. Copier, Meydam, Heesen, Van den Ham, Frijns, Mieke Groot – met elk werk voegden Sam en Valentine iets toe aan hun stille dialoog over vorm, licht en betekenis.
Van idealisme naar institutionele erkenning
De verzameling die zij opbouwden vormt nu de kern van de collectie van de Stichting Modern Glas, opgericht in 2001. Werken uit deze collectie zijn in langdurig bruikleen gegeven aan het Kunstmuseum Den Haag en het Nationaal Glasmuseum. Daarmee is het werk dat zij met zoveel zorg en nieuwsgierigheid bijeenbrachten nu toegankelijk voor een groter publiek – precies zoals zij het voor ogen hadden.
De plek waar deze tentoonstelling te zien is, draagt zelf ook geschiedenis met zich mee. Het Nationaal Glasmuseum is sinds 1953 gevestigd in het voormalige woonhuis van glasfabriekdirecteur P.M. Cochius. Cochius, een man van idealen, gaf begin 20e eeuw opdracht tot de ontwikkeling van goed ontworpen én betaalbaar glaswerk. Hij haalde ontwerpers naar Leerdam en legde daarmee de basis voor wat later ‘Leerdams glas’ zou worden genoemd – een stijl én een begrip. Zijn woonhuis, samen met de aangrenzende villa van mededirecteur Bunge, vormt nu het kloppend hart van het museum. De twee villa’s zijn met elkaar verbonden via loopbruggen, omringd door water en licht.
Glas dat aandacht vraagt
De tentoonstelling Optisch Glas is geen vluchtige ervaring. De objecten lijken op het eerste gezicht bescheiden, maar nodigen je uit tot kijken – en dan nog eens. Ze veranderen met het licht, lijken te ademen, te bewegen. Juist door hun stilte en technische perfectie trekken ze je mee – naar binnen, naar een wereld waarin kijken voldoende is.
Het Nationaal Glasmuseum toont met deze tentoonstelling niet alleen het erfgoed van twee bevlogen verzamelaars, maar ook wat glas kan zijn: meer dan materiaal, meer dan techniek. Een vorm van denken, een vorm van voelen.
Te zien in Leerdam, zolang het licht duurt.
Meer weten?
👉 www.nationaalglasmuseum.nl