Van stedenbouw naar klei – hoe Fenna ter Haar haar passie vond

Gouda – Jarenlang werkte Fenna ter Haar als stedenbouwkundige. Ze ontwierp en begeleidde grote gebiedsontwikkelingen, dacht in asfalt en beton. Maar ergens diep vanbinnen bleef er iets knagen: een verlangen om met haar handen te werken. Die nieuwsgierigheid bracht haar uiteindelijk bij keramiek. “Ik begon met een keramiekopleiding, gewoon als hobby, één dag per week. Maar na drie jaar dacht ik: ik ben nog niet klaar met klei. Dus deed ik een extra leerjaar draaien, een extra leerjaar glazuren… En toen was er eigenlijk geen weg meer terug.” In 2022 nam ze een besluit: ze liet de stedenbouwkunde achter zich en ging volledig voor keramiek. “Ik dacht: als ik het nu niet probeer, wanneer dan wél?”

Klei uit de IJssel

Liefde voor keramiek is één ding, maar de juiste klei vinden, dat is een vak apart. “Ik wilde iets maken dat écht uit de omgeving komt. Vroeger gebruikten mensen al klei uit de natuur om bakstenen te maken of potten te bakken. Dat idee vond ik mooi. Maar ik zag het niet zitten om met lieslaarzen en een emmertje klei uit de rivier te scheppen.” Toevallig werd er bij een oud scheepswerfgebied langs de IJssel uitgediept. Fennª zag haar kans. “Ik ben daar gaan vragen of ik wat klei mocht meenemen. En dat liep een beetje uit de hand,” lacht ze. “Uiteindelijk heb ik een vrachtwagen gehuurd en twintig kuub klei opgehaald. Nu werk ik daar meestal mee.”

De klei uit de IJssel is bijzonder: door het hoge ijzergehalte bakt hij prachtig rood. “Dat geeft een robuuste, aardse uitstraling. Heel puur, helemaal van hier.”

Op dit moment werkt Fenna aan een groot wandobject van handgemaakte tegels met reliëf, voor binnen en buiten. “Niet de standaard, strakke tegeltjes, maar juist tegels met karakter en diepte.” Het proces is intensief. “Sommige stukken drogen sneller dan andere, waardoor het een puzzel wordt. En ja, ik heb inmiddels geleerd dat ik de tegels moet nummeren. De eerste keer moest ik alles opnieuw leggen omdat ik geen idee meer had wat waar hoorde,” grinnikt ze. Overigens gebruikt Fenna hier een andere kleisoort voor, die juist wit opdroogt.

Daarnaast draait ze keramiek op de draaischijf. “Om de klei soepeler te maken, meng ik hem met bentoniet. Anders is hij te broos. Het is een beetje dezelfde klei waarvan vroeger bakstenen werden gemaakt, dus hij heeft wat extra liefde nodig om lekker mee te kunnen werken.”

Keramiek is een ambacht, maar ook een uitdaging

“Tijdens het proces kan van alles kan misgaan,” zegt Fenna lachend. “Je leert omgaan met teleurstellingen. Je kunt een perfect gevormde pot hebben, maar dan scheurt hij tijdens het drogen. Of hij breekt in de eerste stook. Of het glazuur doet iets totaal anders dan je had verwacht. En zelfs als alles goed gaat, kan hij in de laatste stook alsnog mislukken. Maar dat maakt het juist spannend. Als iets wél lukt, voelt het als een overwinning.”

Mis je de stedenbouwkunde nooit?

“Nee, totaal niet. Natuurlijk, ik vond het prachtig om aan grote projecten te werken, maar uiteindelijk had ik weinig eigen invloed op het eindresultaat. Met keramiek bepaal ik alles zelf. Mensen zeggen weleens: ‘Als je van je hobby je werk maakt, is het niet meer leuk.’ Maar ik ervaar het tegenovergestelde. Dit is waar ik wil zijn.”

Toch heeft ze nog een link met haar oude vak. “Keramiek draait om vormgeving en duurzaamheid. Ik wil werk maken dat generaties lang meegaat. Tegels, kunstwerken, objecten die een blijvende plek krijgen. Misschien ooit een groot keramisch kunstwerk in de openbare ruimte. Dat zou de perfecte combinatie zijn van mijn verleden als stedenbouwkundige en mijn toekomst als keramiste.”

Naast haar eigen werk geeft Fenna keramiekles in Utrecht en Gouda. “Dat is ook ontzettend leuk. Je leert anderen de basis en tegelijkertijd blijf je zelf scherp. En de vrijheid om zelf mijn tijd in te delen? Dat is echt onbetaalbaar.”

Meer informatie over het werk van Fenna en Witheet vind je op Witheet keramische kunst

MEER

Deel dit bericht:

Facebook
WhatsApp