![](http://edgh.nl/wp-content/uploads/2024/12/Tamar-dec2017-scaled-e1693387846772.jpg)
Als een schilderij een verhaal kan vertellen, dan doet het werk van de Bodegraafse kunstenaar Piet van der Zee dat op een bijzonder schrijnende manier. Het hangt in de werkkamer van de wethouder cultuur, te midden van beleidsstukken en koffiekopjes, als een visuele metafoor voor het lot van kunst en cultuur in onze gemeente. Met zijn moderne twist op het klassieke huilende zigeunerjongetje/meisje lijkt het schilderij te fluisteren: “Help, ik word geraakt.” Maar door wie of wat? Door een beleid dat met chirurgische precisie de kunst- en cultuursector lokaal een kopje kleiner wil maken.
Het Evertshuis, een bruisend centrum voor kunst en ontmoeting, staat onder druk. En het muziekcollectief, dat al jaren jongeren inspireert en verenigt, dreigt te verpieteren door een decentralisatiebeleid dat vooral klinkt als: “Los het maar op in de kernen.” Een ideaal plaatje in theorie, maar een nachtmerrie in de praktijk. Welke muziekdocent sjouwt vrijwillig met een busje vol instrumenten naar een zaaltje in Nieuwerbrug om daar voor twee leerlingen een fluitles te geven? Het antwoord is simpel: niemand.
De logica in dit beleid is ver te zoeken. Wie denkt dat dit alles stoelt op een grootse visie, komt bedrogen uit. Het ontbreekt de wethouder, ondanks een leger aan ingehuurde adviseurs, aan een plan dat hout snijdt. Misschien komt dat omdat cultuur, kunst en recreatie tegenwoordig in hetzelfde beleidsbakje worden gegooid. Een onzalige combinatie, alsof je haute cuisine probeert te serveren op een plastic picknickbordje. Het resultaat is een mengelmoes waar noch kunst, noch recreatie beter van wordt.
Kunst en cultuur zijn geen bijzaak. Ze vormen de ziel van onze samenleving, de spiegel waarin we onszelf en onze geschiedenis zien. Ze raken, inspireren, schuren. Recreatie en toerisme daarentegen zijn gericht op ontspanning en beleving. Natuurlijk kunnen die twee elkaar raken – een goed museum trekt bezoekers én voedt de geest – maar het zijn fundamenteel verschillende werelden. Kunst voedt de ziel; recreatie voedt de portemonnee.
De ironie wil dat de cultuurnota zelf een soort tragikomedie is geworden. Tijdens de behandeling ervan hing de sfeer van een politieke thriller: zouden er nog onverwachte wendingen komen? Een kaart met de tekst “functie elders” had zomaar op tafel kunnen liggen. En ondertussen vragen inwoners zich af: waar is het lef? Waar is de visie? Waar is de ziel?
Misschien moeten we vaker stilstaan bij dat schilderij van Piet van der Zee. Niet alleen om te kijken, maar om te luisteren naar de stille oproep die het doet. Het is een herinnering dat kunst en cultuur niet zomaar opgehangen kunnen worden als decor in de werkkamer van de macht. Ze verdienen een podium, een visie, en vooral: een toekomst. Want zonder kunst, zonder cultuur, zonder ziel, wat blijft er dan over van onze gemeenschap? Een lege lijst.