Het is de Maand van de Ondergrond en aanstaande zaterdag is er een lezing over wat er allemaal in de Bodegraafse bodem verborgen zou liggen. Laat je vooral niet verrassen: het gaat uiteraard vooral over de Romeinen. Natuurlijk, ze waren hier ooit, al is Bodegraven op geen enkele Romeinse kaart te vinden. Zwammerdam, Woerden en Alphen wel. Die helm die ooit in Bodegraven werd gevonden? Waarschijnlijk gewoon verloren door een onoplettende soldaat die richting Woerden marcheerde.
Maar goed, dat terzijde. Wat er de afgelopen week in de Bodegraafse politiek gebeurde, vertoont opvallende parallellen met de val van Rome. Eeuw na eeuw raakte de Romeinse macht steeds verder verwijderd van de gewone burger, tot het uiteindelijk ten onder ging aan decadentie en mismanagement. Het dossier Evertshuis laat precies zien hoe dat werkt – op de decadentie na misschien.
Wethouder Elly de Vries is een capabel persoon, maar je vraagt je af wie haar adviseurs zijn. Hoe deskundig en welwillend ook, ze missen een belangrijk punt: wat de Bodegraver werkelijk raakt. Het Evertshuis, bijvoorbeeld. Dit culturele hart is in dertig jaar net zo’n instituut geworden als kaas en, jawel, de Romeinen. Het doet denken aan de politieke blunder met De Fuut in Reeuwijk, die op eenzelfde manier de plank missloeg.
Het probleem gaat overigens veel dieper: een chronisch gebrek aan visie. Waarom is er nooit structureel gesproken over de (financiële) verduurzaming van de gemeentelijke vastgoedportefeuille? Had men dit breder aangepakt, dan was de noodzaak om kritisch naar het verouderde en onrendabele Evertshuis te kijken vanzelfsprekend geweest. Bovendien had zo’n analyse kunnen rekenen op een breder draagvlak. In plaats daarvan maken opeenvolgende wethouders onsamenhangende keuzes die juist schade brachten aan het Evertshuis, terwijl de schuld nu zonder blikken of blozen bij datzelfde Evertshuis wordt gelegd.
De gekozen route? Een smalle, paternalistische benadering: het trekken van de “cultuurkaart.” Onder het motto “cultuur naar de dorpen brengen” werd een goed functionerend systeem in Bodegraven ter discussie gesteld. Alsof onze dorpen niet al rijk zijn aan cultuur. Denk aan de toneelverenigingen, OBK, Werk24 in Reeuwijk-Brug of de carnavalsvereniging in Dorp. In Nieuwerbrug is het halve dorp eigenaar van de historische toren en in Waarder woont een van de grootste harpisten van Nederland, naast – wat mij betreft – het mooiste monument van onze gemeente. Versterken? Altijd. Maar vergeet niet dat deze dorpen al een cultureel-sociale samenhang hebben waar het Raadhuisplein nog veel van kan leren.
Ook de Cultuurvisie, die een dag eerder in de commissie werd besproken, riep meer vraagtekens dan antwoorden op. Door de leden werd het omschreven als “teleurstellend” en als een “leuk werkstukprofiel.” Opmerkelijk genoeg moest het gat in die visie opgevuld worden door het gat in het voorstel over het Evertshuis. Zeer tegen de zin van de meerderheid werd het voorstel op het nippertje gered door ingrijpen van de griffier. En zo staat het volgende week tóch op de agenda van de gemeenteraad.
Gelukkig koos de wethouder donderdagavond uiteindelijk eieren voor haar geld en trok ze het als ‘sterfhuisconstructie’ bestempelde voorstel om het Turkenburg-deel van het Evertshuis te verkopen – zonder een goed alternatief – op tijd in. Maar daarmee is het vertrouwen nog lang niet hersteld.
Wat overblijft, is een verbijsterd publiek dat met groeiende frustratie naar dit politieke gladiatorengevecht heeft zitten kijken. Er zijn vele wegen die naar Rome leiden. Laten we hopen dat er nu eindelijk één wordt ingeslagen die gebaseerd is op visie, verbinding én een breed perspectief. Want als dat uitblijft, zou de Boreftse val van deze wethouder net zo onvermijdelijk als onterecht zijn.