Het gaat helaas niet goed met de egel. Ze hebben steeds minder ruimte om te leven, vinden nauwelijks genoeg voedsel, worden vergiftigd of overreden. Ze hebben beschutte plekken en veilige doorgangen nodig om zich door hun leefgebied te verplaatsen. Gelukkig kunnen we helpen, want onze tuinen zijn een belangrijke leefomgeving voor hen. Met de volgende tips maak je van je tuin een fijne plek voor egels. En wie weet, misschien bezoeken ze je tuin al zonder dat je het merkt!
- Creëer beschutting door je tuin wat rust te gunnen. Een rommelhoekje of een stapel hout en bladeren biedt een ideale nestplaats.
- Kies voor inheemse plantensoorten: deze leveren veel meer voedsel dan uitheemse planten.
- Vervang een kunstmatige omheining door een haag of houtkant. Heb je toch een schutting? Maak een egelpoortje (egelwegel)
- Zorg ervoor dat egels uit je vijver kunnen komen, bijvoorbeeld met een loopplankje.
- Gebruik geen bestrijdingsmiddelen of slakkenkorrels, omdat ze het voedsel van de egel doden.
- Bied extra voedsel aan, zoals kattenvoer en water (geen melk!).
- Houd je tuin opgeruimd, zodat egels niet verstrikt raken in rondslingerend afval.
- Houd honden of katten ’s nachts binnen of in een afgesloten ruimte.
Bouw een egelhuisje voor de winter
Egels overwinteren graag in gevallen bladeren, onder hagen, in takkenbossen of tussen snoeihout, houtstapels of de composthoop. Is je tuin heel netjes? Dan kun je een egel helpen door een egelhuisje te plaatsen. Deze zijn te koop bij tuincentra of natuurorganisaties, maar zelf eentje bouwen is nog leuker! Gebruik ongeverfd, onbehandeld hout en maak een huis van minimaal 30 cm breed, 40 cm diep en 30 cm hoog. Zorg voor een ingang van 15 bij 15 cm aan de korte zijde, liefst met een gangetje eraan. Maak ook een ventilatieopening, zodat er frisse lucht in het huisje kan komen, maar let erop dat er geen regen naar binnen kan komen.
Wil je hulp bij het bouwen? Vraag dan een gratis bouwtekening en tips aan bij Natuurmonumenten.
