Reeuwijk – Sinds mensenheugenis werden in het Reeuwijkse Plassengebied kieviten gevangen, o.a. op de plassen Nieuwenbroek en Kalverbroek. Op de smalle overgebleven legakkers, waar vroeger turf lag te drogen, stonden kleine hutjes; gemaakt van riet, takken en latten. Hierin hielden de kievitenvangers zich schuil.
Kwam er in de verte een vlucht kieviten aan, dan probeerden de vangers, met het nabootsen van de roep. Dit deden ze met behulp van de kievitenfluitjes van been of hout. Óf met lok-kieviten, die de vogels in hun richting moesten lokken. Waren de vogels eenmaal neergestreken, dan werden ze door het toeslaan van een net gevangen.
De Reeuwijkse en Sluipwijkse plassen waren vrijwel de enige plaatsen in ons land waar dit vangen van deze trekvogels werd gedaan en wat voor velen een (extra) boterham opleverde. Er werd vaak gevangen tot de vorst inviel en alle kieviten naar het zuiden waren vertrokken. Jaarlijks werden
zo vele duizenden vogels op deze wijze gevangen. Met een enkele slag van het valnet soms wel 200 stuks tegelijkertijd. Ze werden verkocht voor 15 á 20 cent per stuk. Een enkele keer brachten ze tegen de 30 cent op!
Aan deze vogelvangst is na de laatste oorlog een einde gekomen: toen werd het bij wet verboden. Een maquette van de kievitenslag is te bewonderen in het Streekmuseum. Het volledige verhaal is te lezen op de website www.streekmuseumreeuwijk.nl .
