De hele buurt is uitgelopen om er een onvergetelijke dag van te maken

Belle van Bodegraven, deel 48

Speciaal voor EditieGroeneHart.nl verschijnt van de hand van de Bodegraafse schrijver Ronald van Assen het historische tweewekelijkse vervolgverhaal Belle van Bodegraven. Belle van Bodegraven is een verhaal dat zich afspeelt aan het eind van de 18e eeuw in de omgeving van Bodegraven. Hoofdpersoon is de zestienjarige Belle. Een behulpzaam meisje met een hang naar avontuur wat haar regelmatig in de problemen brengt. 

‘We hebben het gehaald.’ Leendert kijkt vol trots hoe het laatste riet op het dak van zijn nieuwe huis wordt gelegd. ‘Nu de stal en de schuur nog.’ Dirkje geeft hem een kneepje in zijn hand en legt haar hoofd op zijn schouder. ‘Ja, we zijn nog niet klaar. Maar we kunnen volgende week na de bruiloft in ons eigen huis gaan wonen. Dan zal ik vader, moeder en de rest eens laten zien dat we op eigen benen kunnen staan.’ ‘Daar twijfel ik ook zeker niet aan.’ ‘Nee, jij niet, dat weet ik. Maar ik wil Belle en Wybe het goede voorbeeld geven. Zij zal de volgende zijn die het ouderlijk huis verlaat, hoewel ik geen idee heb waar ze zich zullen vestigen.’ ‘Nemen ze de boerderij van jouw ouders niet over?’ Leendert schudt zijn hoofd. ‘Vader is nog lang niet uitgeboerd en hoewel Wybe zich helemaal thuis voelt aan wal zie ik hem dat zo snel niet doen. Ik denk eerder dat ze zich op het dorp vestigen. Ze kunnen daar iemand als Wybe goed gebruiken. Hij is handig en het is een harde werker. Dat heb ik wel gemerkt bij de bouw van de boerderij. En hij kan met iedereen goed opschieten. Wellicht kan hij een werkplaats openen?’

‘En Belle?’

‘Tja, dat is een ander verhaal,’ lacht Leendert. ‘Die is veel te avontuurlijk om de hele dag thuis te zitten. Wybe krijgt zijn handen vol aan haar.’ ‘Ze is goed met naald en draad. Dat van die vlaggen was een schot in de roos. Ik zag dat haar idee zelfs was overgenomen en mensen op die manier met elkaar communiceren die aan verschillende kanten van het water wonen. Veel makkelijker natuurlijk dan over het water naar elkaar schreeuwen.’ ‘Heb je die laatste vlag al gezien die ze heeft gemaakt? Die witte met dat groene hart erin? Ze doet er heel geheimzinnig over. Toen ik haar ernaar vroeg, zei ze dat ik niet zo nieuwsgierig moet zijn. Dat ik binnenkort wel zou zien wat ze ermee van plan is.’ Dirkje trekt een grimas. ‘Ik wist niet dat ik zo’n nieuwsgierige echtgenoot kreeg.’ Ze geeft hem een vriendschappelijke por in zijn zij.

Een week later is het zover. Vader heeft zijn pak aan, moeder rent als een kip zonder kop door het huis om de laatste rommel op te ruimen. Belle is al heel vroeg opgestaan om samen met buurtgenoten het huis van het aanstaande bruidspaar te versieren. Ze hebben een boog van dennentakken gemaakt en die versierd met gekleurde lapjes stof. De boog prijkt voor de ingang van het huis. Het lijkt wel of de hele buurt is uitgelopen om er een onvergetelijke dag van te maken. Het zandpad vanaf de dijk is versierd met touwen waar allemaal fleurige bloemen aan vast zijn gemaakt. Wanneer je de touwen volgt kom je echter niet bij de voordeur, maar de naastgelegen sloot. Om de deur te bereiken moet je een apart pad volgen dat volgehangen is met knoflook en kruiden om de boze geesten geen kans te geven de weg naar het huis te vinden. Alle luiken zijn gesloten en verzegeld met een streng knoflook zodat de ongeluksbrengers zich ook niet op een andere manier toegang kunnen verschaffen.

Als alles tot tevreden van Belle is afgerond is het tijd naar het ouderlijk huis te gaan. Moeder wil voor de gelegenheid het haar van haar dochter speciaal opsteken, iets waar Belle eigenlijk een hekel aan heeft. Met opgestoken haar moet ze voorzichtig zijn en niet te veel onverwachte bewegingen maken en dat zijn nu precies twee dingen die niet bij haar passen. Na de huwelijksvoltrekking in de Sint Gallus gaat het bruidspaar in een lange stoet vanaf het dorp naar hun nieuwe woonhuis. Langs de weg staan dorpsbewoners die het kersverse paar uitbundig begroeten. Het liefst hadden Leendert en Dirkje iedereen uitgenodigd op hun feest, maar dat was onmogelijk om te doen. Omdat Dirkje geen ouders heeft, draaien Leendert en zijn ouders op voor de kosten. Gelukkig zijn veel buren zo vriendelijk geweest een donatie te doen in de vorm van heerlijke taarten, kaas, worst en sterke drank die ze straks zelf komen opeten en drinken.

Als de woonkamer tot de nok toe gevuld is, deelt Dirkje zelfgebakken broden uit met bruidstranen. Vader houdt een speech, maar struikelt telkens over zijn eigen woorden. Belle kan haar lachen niet inhouden als ze haar vader zo ziet stuntelen. Hij kan op het land werken als de beste, maar praten voor een gezelschap is niet aan hem besteed. Er wordt door enkele fanatiekelingen gefeest tot in de kleine uurtjes, maar tegen die tijd zijn veel gasten huiswaarts gekeerd. Het werk op de boerderij laat zich niet vanzelf doen. De volgende ochtend moeten de koeien weer gemolken worden. Als iedereen uiteindelijk vertrokken is, blijven de echtelieden doodmoe achter. Het huis en het erf hebben iets weg van een zwijnenstal. De ouders van de bruidegom zijn ook al vertrokken. Belle en Wybe blijven nog om zoveel mogelijk rommel op te ruimen.

‘Nou moet ik je toch eens vragen,’ zegt Leendert tussen twee keer geeuwen door, ‘waarom je die witte vlag met dat groene hart hebt gemaakt. Ik dacht dat het iets met de bruiloft van doen had, maar ik heb hem vandaag nergens gezien.’ ‘Daar hebben we ons nieuwsgierig aagje weer,’ grapt Belle. ‘Je zult nog even geduld moeten oefenen, broer. Ik ben met iets heel speciaals bezig, maar zolang ik niet weet of het lukt, houd ik het liever voor me.’ ‘Jij en iets niet lukken. Dat past niet bij elkaar.’ ‘Dat komt omdat ik het niet alleen kan doen. Je kent Teun toch wel?’

‘Teun?’ Leendert kijkt heel verbaasd.

‘Ja, Teun. Teun de visser. Je gaat me toch niet vertellen dat je niet weet wie ik bedoel?’ Leendert knikt. ‘Ik ken Teun wel, maar ik zie het verband met die vlag niet.’ ‘Dat komt omdat het met zijn vrouw te maken heeft?’ ‘Je bedoelt Annemarie?’

‘Ja, we hebben samen een heel goed idee. Maar meer ga ik niet verklappen, want ik heb nu eigenlijk al te veel gezegd.’

Biografie Ronald van Assen

Ronald van Assen (Delft, 1971) begint in 2011 na een heftige periode in zijn leven met schrijven. In eerste instantie op therapeutische basis. Zijn eerste boeken en verhalen zijn dan ook ervaringsverhalen. Het schrijven geeft hem zoveel voldoening dat hij ermee doorgaat. Inmiddels heeft hij een heel oeuvre op zijn naam staan in verschillende genres. Hij doet regelmatig aan schrijfwedstrijden mee en heeft meerdere prijzen gewonnen. Om zich verder te verdiepen in alle facetten van het schrijven verzorgt hij (lees)redactie, beoordeelt hij manuscripten, geeft hij workshops en is hij jurylid bij verschillende schrijfwedstrijden. Naast zijn werkzaamheden op schrijfgebied is hij ambassadeur van wijzijnMIND, voorlichter bij Stichting Kernkracht en huisman.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter