voor het eerst in haar leven weet “Brutale Belle” niets uit te brengen.

Belle van Bodegraven, deel 45

Speciaal voor EditieGroeneHart.nl verschijnt van de hand van de Bodegraafse schrijver Ronald van Assen het historische tweewekelijkse vervolgverhaal Belle van Bodegraven. Belle van Bodegraven is een verhaal dat zich afspeelt aan het eind van de 18e eeuw in de omgeving van Bodegraven. Hoofdpersoon is de zestienjarige Belle. Een behulpzaam meisje met een hang naar avontuur wat haar regelmatig in de problemen brengt. 

‘Bijna thuis,’ verzucht Belle als ze de dijk langs de Oude Rijn ziet. Het drietal heeft flink doorgelopen, daarbij regelmatig aangespoord door Belle. Nu ze haar thuis vrijwel kan ruiken, doet ze er nog een schepje bovenop.‘He, doe eens rustig,’ moppert Dirkje. ‘Misschien is het handig als jij alvast vooruit gaat om je ouders over ons in te lichten,’ oppert Wybe. ‘Wat krijgen we nou. Is onze stoere scheepsjongen nu ineens verlegen?’‘Nou ja, ik ben gewend om met veel verschillende mensen om te gaan, maar dat was allemaal schippersvolk. Daar is iedereen zo’n beetje uit hetzelfde hout gesneden en begrijpen we elkaar met slechts een enkel woord. Om eerlijk te zijn zie ik er wel een beetje tegenop. Wat als ze ons wegsturen?’ ‘Dat heb ik al gezegd,’ zucht Belle, ‘dat doen ze echt niet. Ze zijn veel te blij dat ik er weer ben en we zijn het gewend om voor anderen klaar te staan.’ ‘Ik dacht dat boerenfamilies zo gesloten waren?’ ‘Dan ken je die van ons nog niet, Dirkje. Als je weet hoever mijn moeder … Dat krijg je later wellicht nog wel eens te horen.’ Al pratend zijn ze bij het pad gekomen dat naar de boerderij van Belle en haar familie leidt. Ze zijn nog niet halverwege als ze vanuit de verte Leendert horen roepen. ‘Kom vlug allemaal. Belle is er weer en ze heeft twee anderen meegebracht.’

Vader, moeder en de jongens stormen naar buiten. Moeder staat met tranen in haar ogen en sluit haar dochter in haar armen. ‘Waar was je nou?’ snikt ze. ‘Ik heb me voor de zoveelste keer zulke zorgen om je gemaakt. Ik dacht dat ik je deze keer echt kwijt was.’ ‘Het is een heel verhaal, maar dat vertel ik straks wel.’ ‘Wie heb je meegebracht?’ Leendert kijkt van Dirkje naar zijn zuster en terug. ‘Dit zijn Dirkje en Wybe,’ begint Belle. ‘Dirkje en ik zijn door dezelfde personen ontvoerd en werden op een boot gevangengehouden. Wybe kende ik al langer, van mijn vorige avontuur waarbij ik tegen mijn wil werd vastgehouden op een boot.’ ‘Waar ik overigens niks mee van doen had,’ vult Wybe snel aan als hij het gezicht van Belles vader ziet betrekken.

‘Kom binnen allemaal, jullie zien er vermoeid uit en zullen wel trek hebben. Dan kunnen jullie tijdens het eten vertellen wat jullie allemaal hebben meegemaakt.’ Moeder wijst naar de achterdeur waarna de aanwezigen zich in beweging zetten. ‘Hij is knap,’ fluistert ze in het voorbijgaan in het oor van Belle. Belle loopt rood aan. ‘Moeder!’ ‘Het is toch zo.’ Na een stevige maaltijd waarbij Belle het hele verhaal uit de doeken doet, trekt Belle zich met moeder terug in de keuken. ‘Allemaal goed en wel,’ begint moeder voorzichtig, ‘maar wat is nu verder de bedoeling van die Dirkje en Wybe?’

‘Ik had gehoopt dat ze hier kunnen blijven.’

‘En hoe zie je dat voor je? Waar moeten ze wonen? We hebben voldoende opbrengst van het land om onszelf te voeden, maar het houdt niet over. Nog meer monden erbij gaat op den duur een probleem opleveren.’ ‘Nou, ik dacht zo,’ zegt Belle lachend. ‘Als we Dirkje nu eens koppelen aan Leendert en Wybe aan mij. Dan slaan we twee vliegen in één klap. Ze kunnen meehelpen op de boerderij. Dan hebben we meer opbrengst en inkomsten.’ Moeder schiet in de lach. ‘Je hebt het al helemaal uitgestippeld, hoor ik. Wie zegt dat Leendert iets ziet in Dirkje? En wil Dirkje wel hier wonen? En die Wybe? Hij is een scheepsjongen, die wordt doodongelukkig hier aan wal. Nee, Belle. Je kunt het mooi brengen en je zult er best over nagedacht hebben, maar ik voorzie toch de nodige praktische bezwaren.’

‘Maar ze kunnen voorlopig toch blijven?’

‘Ik stuur ze echt niet vanavond weg, wees daar maar niet bang voor. Maar hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Nou, kom eens hier, meid. Geef me nog eens een knuffel. Ik heb je zo vreselijk gemist.’ ‘Ik u ook, moeder,’ zegt Belle terwijl ze haar armen om haar moeder slaat. Na een week is het drietal nog voltallig. Wybe slaapt op de zolder van de schuur, Dirkje bij Belle op haar kamer. Het is een voorlopige oplossing, maar als het aan Belle ligt wordt het permanent. Dirkje blijkt haar handen goed te kunnen laten wapperen. Ze neemt moeder veel werk uit handen en ook op het land staat ze haar mannetje. Wybe heeft meer moeite met het leven aan wal, maar dat laat hij niet blijken. Elke keer als er een schip door de Oude Rijn vaart, kijkt hij op. Het werken op het land valt hem tegen, maar hij kan zich nuttig maken met het onderhoud van de machines. Ook is hij uiterst kundig met hamer en spijkers. In de paar dagen dat hij op de boerderij is, heeft hij al het nodige gerepareerd aan de schuur.

‘Het wordt tijd dat we met elkaar praten,’ zegt vader plotseling aan het begin van de avond. Belle schrikt, is dit dan het begin van het eind van het trio? ‘Wees maar niet bang, Belle. Je weet nog niet eens wat ik wil gaan zeggen. Ik heb vanmiddag met moeder overlegd en zij is het eens met wat ik te melden heb. Dirkje en Wybe, ik heb jullie nu een week aan het werk gezien en ik moet zeggen dat jullie me verbaasd hebben. Ik zie hier voor jullie beiden een toekomst, maar daar zitten wel wat voorwaarden aan. Dirkje, jij lijkt me een goede partij voor mijn Leendert. Je bent een harde werker en je hebt het hart op de juiste plaats zitten. Niet veel verderop is een stuk land te koop. Ik heb altijd zuinig geleefd en iedere week iets opzijgelegd. Als jullie willen, doe ik een bod op het land. Dan kunnen jullie er een huis op bouwen en een eigen gezin stichten. Het land brengt voldoende op voor eigen onderhoud en dan kunnen jullie de komende jaren een deel van de aankoopsom aan mij terugbetalen. En Wybe, aan jou vertrouw ik later graag mijn Belle toe. Jullie zijn nu nog te jong om te trouwen, maar jullie hebben alvast mijn zegen voor de toekomst. De buurt kan iemand als jou goed gebruiken. Ik heb gezien hoe handig je bent met gereedschap en machines. Daarmee kun je hier een goede boterham verdienen. En geloof maar dat je voldoende werk hebt aan de boeren in de omgeving.’

Belle staart vader met open mond aan. Ze laat de woorden op zich inwerken en voor het eerst in haar leven weet “Brutale Belle” niets uit te brengen.

Biografie Ronald van Assen

Ronald van Assen (Delft, 1971) begint in 2011 na een heftige periode in zijn leven met schrijven. In eerste instantie op therapeutische basis. Zijn eerste boeken en verhalen zijn dan ook ervaringsverhalen. Het schrijven geeft hem zoveel voldoening dat hij ermee doorgaat. Inmiddels heeft hij een heel oeuvre op zijn naam staan in verschillende genres. Hij doet regelmatig aan schrijfwedstrijden mee en heeft meerdere prijzen gewonnen. Om zich verder te verdiepen in alle facetten van het schrijven verzorgt hij (lees)redactie, beoordeelt hij manuscripten, geeft hij workshops en is hij jurylid bij verschillende schrijfwedstrijden. Naast zijn werkzaamheden op schrijfgebied is hij ambassadeur van wijzijnMIND, voorlichter bij Stichting Kernkracht en huisman.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter