Zeshonderd partijen kaas! Dat is de hoeveelheid die werd verhandeld op het hoogtepunt van de wekelijkse Bodegraafse kaasmarkt. Zelfkazende boeren trokken iedere dinsdag met volgeladen brikken naar het dorp om hun boerenkaas te verkopen aan de handelaren die hier waren gevestigd. Inmiddels is die traditionele kaasmarkt verdwenen, maar de kaashandel blijft onlosmakelijk verbonden met Bodegraven. Nog steeds ligt er ruim 30 miljoen kaas opgeslagen in de vele grote ‘stalen’ dozen die het lokale industrieterrein rijk is. Vandaag de dag heeft de kaashandel in Bodegraven een eigentijdse uitstraling gekregen. Moderne distributienetwerken en online platforms hebben de wereldwijde handel overgenomen en de boerenkaas is grotendeels vervangen door fabriekskaas.
Met trots de kaashandel van destijds in beeld en geluid
Maar in het Kaasmuseum in het centrum van Bodegraven wordt met trots de rol van de kaashandel van destijds in ere gehouden. Er valt van alles ontdekken over de tijd dat het centrum iedere dinsdag nog vol lag met partijen kaas en waar de handelaren door middel van het eeuwenoude handjeklap met de boeren onderhandelden over de juiste prijs.
….. en het kan niet anders dat die kaas werd verhandeld in Bodegraven!
Burgemeester Michiel Grauss
Audiotour in vier talen
En dat verhaal is sinds deze week in maar liefst vier verschillende talen te beluisteren. Dankzij een audiotour die donderdag 17 augustus tijdens een feestelijke bijeenkomst en door het luiden van de originele kaasmarktklok door burgemeester Michiel Grauss werd gelanceerd. Een uniek project voor het museum, omdat het tot stand kwam dankzij de inzet van talloze vrijwilligers, die tijdens de bijeenkomst in het zonnetje werden gezet.
Julius Ceaser schreef al over Hollandse kaas
De burgemeester refereerde aan het belang van de kaashandel in Bodegraven die nog steeds een van de belangrijkste economische sectoren in het dorp is en door de jaren heen grote welvaart heeft gebracht. In het historische geschrift ‘De Bello Gallico’ schreef de Romeinse keizer Julius Ceaser in 57 BC al dat in de lage landen kaas werd gegeten. Met zijn ligging aan de voormalige Romeinse grens in ons land, de Limes, kan het dus niet anders zijn, volgens de burgemeester, dat die destijds werd verhandeld in Bodegraven.
