Als ze bijkomt voelt Belle een doffe pijn in haar arm en hoofd

Belle van Bodegraven: deel 37

Als Belle bijkomt doet alles haar zeer. Ze voelt een doffe pijn in haar arm en hoofd. Haar handen en benen lijken verdoofd, maar toch voelt ze er ook felle steken doorheen. Ze probeert zich te herinneren wat er is gebeurd en waar ze is. Het lukt niet. Telkens als ze het antwoord denkt te weten, vervliegt het bij de zoveelste pijnscheut. Een tijdlang zweeft ze tussen slapen en waken, totdat ze wakker genoeg is om na te denken. Ineens herinnert ze zich alles weer. Ze was in haar eentje op onderzoek uitgegaan en op twee kippendieven gestuit. Hoe krijgt ze het toch altijd weer voor elkaar zich in de nesten te werken. Ieder ander was naar het huis geslopen en had vader gewekt, maar Belle kon haar nieuwsgierigheid niet bedwingen en daar plukt ze nu de wrange vruchten van.

Hoe meer ze bij haar positieven komt, hoe meer het tot haar doordringt in wat voor penibele situatie ze zich bevindt. Haar handen en voeten zijn stevig met touw gebonden en ze heeft een doek in haar mond. Gelukkig hebben ze haar geen blinddoek voorgedaan, zodat ze zich nog enigszins kan oriënteren. Ze ligt op een harde houten ondergrond, een bewegende ondergrond om precies te zijn. Aan het hotsen en botsen, en het constante gekraak van zand en grind te oordelen, ligt ze op een kar. Boven zich kan ze vaag de structuur van jute onderscheiden. De geur die ervan afkomt, doet haar vermoeden bevestigen. Ze wordt vastgebonden op een kar vervoerd en er liggen jute zakken en ander materiaal boven op haar.

Wat zal ze doen? Rustig blijven liggen en afwachten, of de aandacht proberen te trekken van omstanders, mochten die er al zijn. Ze heeft geen idee waar ze zich ergens bevindt. Aan het gehobbel van de kar te oordelen rijden ze op een zandpad met stenen en gaten erin.

Belle besluit zich voorlopig zo stil mogelijk te houden. Het gaat volledig tegen haar natuur in, maar op dit moment lijkt het haar toch het beste om te doen.

Na een hele tijd, die voor Belle uren lijkt te duren, houdt de kar plotseling stil. Ze hoort mannenstemmen en herkent de zware stem van de man die haar in het donker van achter vastgreep, maar het zijn er meer dan alleen die twee van vannacht. Ze ontwaart minimaal drie verschillende mannen en een vrouw. De mannen en de vrouw voeren een discussie met elkaar. Zo af en toe kan ze stukken van het gesprek verstaan, vooral als de man met de zware basstem spreekt.

‘Minimaal vijftien,’ vangt ze op. De vrouw antwoordt iets terug. ‘Nee, voor minder … dan net zo lief … op de uitkijk.’ Ze voelt hoe goederen boven de jute worden verplaatst en ineens wordt het doek zelf weggeslagen. Het plotselinge licht doet zeer aan haar ogen en veroorzaakt een nieuwe felle pijnscheut die door haar gehele hoofd trekt. ‘Laat haar eerst maar eens zien,’ zegt de vrouw. ‘Erg veel vet zit er niet aan.’ ‘Nou en, dat heeft ze niet nodig.’ ‘Daar houden die zeelui in Amsterdam juist van. Ze heeft wel wat verwondingen, maar dat trekt vanzelf bij. Heeft ze verder geen littekens of verminkingen?’ ‘Dat mag je zelf beoordelen, daar hadden we vannacht geen tijd voor.’ De vrouw draait Belles hoofd heen en weer, knijpt in haar armen en benen, en prikt in haar buik. ‘Nou ik weet het niet, vijftien is wel erg veel voor dit scharminkel. Ik geef je er tien.’ ‘Ah, kom op nou zeg. Ik weet dat je er in Amsterdam zeker het dubbele voor vangt. Veertien?’ ‘Twaalf.’ ‘Dertien, laatste bod,’ bromt de man. ‘Anders proberen we haar wel ergens anders te slijten.’ ‘Afgesproken, dertien. Til haar snel aan boord. Het is nu nog rustig hier.’

Belle wordt hardhandig aan haar armen naar achter getrokken waarna een man haar onder haar schouders pakt en de ander bij haar voeten. Behendig wordt ze over een smalle loopplank aan boord van een schip gebracht. ‘Leg haar onderin, maar laat de touwen en de knevel zitten. Dat komt straks wel.’ De mannen doen wat er van hun verlangd wordt. Niet veel later zijn ze terug om de dertien guldens in ontvangst te nemen. ‘Ik zag dat je er nog eentje hebt,’ zegt een van de kippendieven. ‘Ja, die komt uit Leiden. Een weglopertje. Had ze maar niet moeten doen. Pittig ding,’ zegt de vrouw, terwijl ze naar het blauwe oog van haar mannelijke metgezel knikt. ‘Maar dat leren ze haar daar wel af. Bedankt voor het zakendoen. Het was me weer een genoegen.’ ‘Vaar je direct door?’ vraagt de man met de basstem. ‘Proviand inslaan in Woerden, daarna meteen door naar Utrecht. Daar blijven we een dag en dan op naar Amsterdam.’ ‘Ik heb me laten vertellen dat ze bij Weesp tegenwoordig streng controleren.’ ‘Nooit moeite mee gehad. En iedereen is omkoopbaar.’

‘Nou, veel succes ermee.’

Belle ligt half op haar rug, half op haar zij. De touwen om haar polsen beginnen nu echt flink zeer te doen. Ze voelt dat het zachte kabbelen van daarnet plaats heeft gemaakt voor een meer stevige deining. Nu haar ogen iets aan het donker gewend zijn, ziet ze dat ze niet alleen is. Twee meter van haar vandaag ligt nog iemand, gekneveld en wel. Donkere ogen vol vuur kijken haar aan. Ze schat de vrouw die met haar het hok in het ruim deelt niet veel ouder dan zijzelf, misschien zelfs wel jonger. Belle probeert zich met haar voeten af te zetten en richting haar metgezel te bewegen. De touwen zitten echter zo strak dat het niet lukt. Vanonder haar knevel vandaan tracht ze iets te zeggen, maar meer dan wat vage geluiden komen er niet uit.

Dan vliegt de deur met de klap open. De vrouw die haar zojuist als ordinaire koopwaar heeft beoordeeld staat in de opening. ‘Prettige reis,’ lacht ze. ‘Ik hoop dat de tocht bevalt en dat jullie veel opleveren. En probeer niets uit te halen onderweg. De eerste de heibel schopt, gaat zonder pardon overboord.

Ronald van Assen

Biografie Ronald van Assen

Ronald van Assen (Delft, 1971) begint in 2011 na een heftige periode in zijn leven met schrijven. In eerste instantie op therapeutische basis. Zijn eerste boeken en verhalen zijn dan ook ervaringsverhalen. Het schrijven geeft hem zoveel voldoening dat hij ermee doorgaat. Inmiddels heeft hij een heel oeuvre op zijn naam staan in verschillende genres. Hij doet regelmatig aan schrijfwedstrijden mee en heeft meerdere prijzen gewonnen. Om zich verder te verdiepen in alle facetten van het schrijven verzorgt hij (lees)redactie, beoordeelt hij manuscripten, geeft hij workshops en is hij jurylid bij verschillende schrijfwedstrijden. Naast zijn werkzaamheden op schrijfgebied is hij ambassadeur van wijzijnMIND, voorlichter bij Stichting Kernkracht en huisman.

MEER

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter