Het spannende avontuur van Belle van Bodegraven
Speciaal voor EditieGroeneHart.nl verschijnt van de hand van de Bodegraafse schrijver Ronald van Assen het historische tweewekelijkse vervolgverhaal Belle van Bodegraven. Belle van Bodegraven is een verhaal dat zich afspeelt aan het eind van de 18e eeuw in de omgeving van Bodegraven. Hoofdpersoon is de zestienjarige Belle. Een behulpzaam meisje met een hang naar avontuur wat haar regelmatig in de problemen brengt.
Deel 11
Als Belle die avond op bed ligt kan ze de slaap niet vatten. Ze draait van haar linker- op haar rechterzij en weer terug. Het stro in haar matras knispert. Ze schopt de Leidse deken van haar af omdat ze het warm heeft om hem even later opnieuw over zich heen te trekken.
Onwillekeurig dwalen haar gedachten af naar alles wat ze de afgelopen tijd heeft meegemaakt. Het meeste maakt ze zich zorgen om Wybe. Wat is er van die jongen terecht gekomen? Ze schaamt zich dat ze hem niet verder heeft kunnen helpen. Zij kan er niets aan doen, dat weet ze wel, maar zo voelt het niet. Wybe zal denken dat zij hem in de steek heeft gelaten. Ze hoopt dat hij zijn weg terug naar huis heeft gevonden, maar het hele avontuur heeft een bittere nasmaak.
Ze draait voor de zoveelste keer een rondje en is het dan zat. Voorzichtig stapt ze uit bed. De plankenvloer in haar kamer kraakt, maar ze weet feilloos de plekken te omzeilen. Onhoorbaar loopt ze naar het raam. Dat zij niet kan slapen wil niet zeggen dat ze de rest ook wakker moet maken.
Ze schuift de rood-wit geblokte gordijnen open en staart uit het venster. Het is nog niet helemaal donker buiten. Ze kan de grote schuur duidelijk zien en ook in de verte kan ze de contouren van boerderijen en bomen onderscheiden. Hier en daar is nog een windlicht zichtbaar, maar die zullen snel worden gedoofd voor de naderende nacht.
Vader vroeg haar met moeder te praten. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Ze heeft een paar pogingen gewaagd, maar is niets wijzer geworden. Volgens moeder is er niets met haar aan de hand en Belle moet toegeven dat ze weinig vreemds aan haar merkt. Ja, vandaag was ze helemaal in de war, maar dat kan ze zich levendig voorstellen. Eerst het ongeluk van vader en dan staat haar verdwenen dochter ineens voor haar neus. Daar zou iedere moeder van uit haar doen zijn. Maar zo makkelijk geeft Belle het niet op. Als vader denkt dat er iets loos is, zal er best een kern van waarheid inzitten. Morgen probeert ze het opnieuw.
Zo gauw de haan zijn schelle stem over de Zuidzijdsche Polder laat galmen, is Belle klaarwakker. Het eerste ochtendlicht beschijnt haar gezicht. Ze is gisteravond vergeten het gordijn te sluiten voordat ze uiteindelijk dan toch in slaap viel. Een onrustige slaap aan haar deken te zien. Het grootste deel ligt op de grond.
Ze fatsoeneert haar onderjurk en trekt haar bovenkleding aan. Een nieuwe dag wacht. Een dag met een overvloed aan klussen. Leendert deelt de lakens uit nu vader ziek op bed ligt en hij had gisteren al laten doorschemeren dat Belle flink haar handen moet laten wapperen. Ze heeft de laatste tijd immers haar werk verzaakt. Naast het werk buiten heeft moeder voor haar in huis ook nog de nodige werkzaamheden opgespaard.
Als Belle in de keuken komt, is haar moeder drukdoende met de pap. Ze moet even slikken door de weeïge lucht. Bij Harm kreeg ze brood voor het ontbijt en daar was ze maar wat blij mee, hoewel de pap thuis wel meer vult. Als zij later zelf een huishouden runt, is de pap het eerste dat het veld moet ruimen.
Ze doet haar klompen aan en stapt naar buiten. Hoewel het ’s nachts nog afkoelt is een omslagdoek niet meer nodig. Het zal niet lang duren voor de nacht geen koelte meer geeft en ze de ramen in huis tegenover elkaar open moeten zetten om de warmte van de dag te laten verdwijnen. Daar zouden ze eens iets voor moeten uitvinden, vindt Belle. Dat zou de zomer veel aangenamer maken.
Belle voert het dagelijkse ochtendritueel uit om even later in de keuken aan te schuiven. Ze schuift haar pap zo snel mogelijk naar binnen, dan is ze er vanaf.
‘Zo, jij hebt honger,’ grapt moeder, hoewel het niet zo klinkt. ‘Heb je niet te eten gekregen bij die man, die … wat was zijn naam ook alweer?’
‘Harm.’
‘Bij die Harm. Heb je enig idee hoe gevaarlijk je bezig bent geweest? Hij had je wel het ik weet niet wat aan kunnen doen.’
‘Hij heeft mij juist goed verzorgd,’ antwoordt Belle snibbig. Ze vindt de insinuaties van haar moeder helemaal niet leuk. ‘Er zouden meer mensen moeten zijn zoals Harm, dan zag de wereld er een stuk vriendelijker uit.’
‘Wat bedoel je daar nu weer mee? Wil je zeggen dat wij niet goed voor onze medemensen zorgen? Is het dat, brutaal nest dat je bent!’
Belle schrikt van de felle uitval van haar moeder. Ze voelt een enorme woede opkomen, maar houdt zich in. Het laatste waar ze zin in heeft is in conflict te gaan. ‘Niets, moeder,’ zegt ze daarom zacht.
‘Dat dacht ik ook. Het wordt tijd dat jij je plaats leert kennen hier in huis. Dat doet maar en loopt te commanderen of ze de baas is. Dat hoefde ik vroeger niet te proberen. Het wordt tijd dat jij eens wat verantwoordelijkheid leert.’
Belle houdt haar mond en kijkt naar de vloer.
‘Ja, nou weet je niks meer te zeggen, dametje. En ik zal ervoor zorgen dat je voortaan zoveel te doen hebt, dat je die brutale mond van moeheid niet meer kunt openen. Te beginnen bij vandaag. Ik ben straks met de jongste twee naar het dorp en in de tussentijd zorg jij voor vader en sop jij de keuken tot alles blinkt. En als je daarmee klaar bent, ligt er een flinke stapel verstelwerk klaar. Dat zal je leren.’
Moeder stapt op en loopt zonder nog iets te zeggen de keuken uit. Belle blijft verstijfd achter. Zo kent ze haar moeder helemaal niet. Komt dit nu werkelijk door alle zorgen rond vader en haar verdwijning? Dan zou ze nu toch blij moeten zijn omdat ze weer terug is. Heeft haar vader toch gelijk dat er iets met moeder aan de hand is? En zo ja … hoe komt ze er dan achter wat dat is? Als ze zo boos is als net durft ze het zeker niet verder aan haar te vragen.
Met een diepe zucht begint ze aan haar eerste klus, het afruimen van de tafel. Misschien dat ze tijdens het werk een helder idee krijgt, maar voorlopig ziet ze de toekomst somber in.