Wie had dat ooit gedacht. Dat de generaties na ons in de geschiedenisboeken gaan lezen over de oorlogsmisdaden van de Russische troepen in de Oekraïne. Een oorlog die in ieder geval op dit moment nog ver genoeg lijkt om zelf niet te hoeven vrezen voor de mortiervuren en ingeslagen raketten, maar door alle economische sancties en gevolgen die voor velen van ons goed voelbaar zullen zijn heel dichtbij voelt.
Benzine en gas zijn nu al vrijwel onbetaalbaar, brood wordt duurder, de pasta raakt op en de inflatie gaat erin hakken. Maar dit valt allemaal in het niet bij de mensen die alles hebben moeten achterlaten en met slechts een koffer in de hand per auto, trein of zelfs te voet op zoek zijn naar een veilig onderdak en een warme maaltijd. Je vraagt je af waar het geweld eindigt nu vrouwen die bevallen en kinderen die ziek zijn niet ontkomen aan de inslaande bommen.
Ruimhartig lijken het vooral burgers te zijn die de mouwen met elkaar opstropen, in verzet komen, goederenen geld inzamelen en mensen in huisnemen. Tienduizenden zonen en dochters reizen uit alle hoeken van de wereld naar dit land in ongewilde oorlog en vechten mee tegen de agressor met zijn droom het eens zo grote Tsarenrijk van voor de koude oorlog te herstellen. De NAVO wacht af langs de zijlijn. Niemand zit te wachten op een volgende wereldoorlog.
Overal in het Groene Hart en ook in Bodegraven-Reeuwijk zijn tientallen particulieren aan de slag en zamelen geld en artikelen in om die zo snel als mogelijk over de Oekraïense grens te krijgen. Bij de mensen die het nodig hebben. In omliggende gemeenten staan burgemeesters en wethouders de bussen op te wachten om iedereen een warm hart onder de riem te steken. Vluchteling en initiatiefnemers.
Overal, behalve in Bodegraven-Reeuwijk. Daar deed de gemeente het af met slechts een kort persberichtje. Niet eens voorgelezen door de burgemeester, maar door een presentatrice van een nauwelijks bekeken lokaal politiek debat in een zaaltje in Reeuwijk-Brug. De raad stond erbij en keek ernaar. Misschien wel even verbijsterd als u en ik.