Vroeger was het eenvoudig. In een verzuild Nederland ging je als katholiek naar een katholieke bakker en kocht je als Nederlands Hervormde alleen schoenen bij een christelijke detaillist. Je at geloofsbrood en het kwam niet in je op om hiervan af te wijken.
Tijdens gemeenteraadsverkiezingen gebeurde voorheen eigenlijk hetzelfde. De lokale keuze was vaak een afgeleide van het landelijke stemgedrag. De laatste jaren is er echter een duidelijke trendbreuk te zien. De opkomst van de lokale spelers. Een directe binding met partijgenoten in Den Haag ontbreekt. Misschien een nadeel maar in de praktijk blijkt het behoorlijk tegen te vallen hoeveel er uiteindelijk vanuit een gemeente in die Haagse melk valt te brokkelen.
Inmiddels kent ook Bodegraven-Reeuwijk drie puur lokale spelers: Allereerst Burgerbelangen Bodegraven-Reeuwijk, dat al een tijdje meeloopt en van origine een protestpartij is die zijn wortels zowel in het voormalige Bodegraven als Reeuwijk kent. Nieuwkomer #Mijn Klimaatpartij, van oud BB-R wethouder Martiem Kromwijk en Lokaal Liberaal, de doorstart van twee voormalige VVD-gemeenteraadsleden. Alle drie gaan uitsluitend voor het lokale geluid en alle drie staan los van de landelijke politiek.
Was het blok CDA, VVD en PvdA 40 jaar geleden nog goed voor zo’n 70% van de stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen. In 2018 behaalden ze nauwelijks nog 35 %. Ook landelijk zijn de politieke verhoudingen flink veranderd. Het CDA lijkt langzaam te verdwijnen en komt in de peilingen op nog maar 6 zetels uit, de VVD verliest 12 zetels en de PvdA blijft hangen op 9 zetels. Nieuwkomers als Volt en Ja21 hijgen in de nek van de oude politieke elite.
Het lijkt erop dat de lokale partijen ook in onze gemeente de wind in de rug hebben en waar Bodegraven-Reeuwijk vier jaar geleden nog bleven hangen in het traditionele blok CDA SGP, CU en VVD, zou het nu zomaar kunnen zijn dat ook ónze’ lokale partijen het politieke speelveld half maart helemaal open gaan leggen.