Het Bodegraafse Dorpskerkorgel beleefde dit jaar in alle stilte twee jubilea. De met rijk houtsnijwerk versierde kas, daterend uit 1761, bestond 260 jaar. Het binnenwerk werd op 23 november 1971 na voltooiing van de kerkrestauratie (1968-1971) in gebruik genomen en bestaat nu dus ruim 50 jaar.
Niet alleen vond er geen concert op het instrument plaats – dit had nog aan corona kunnen liggen – maar ook in kerkelijke media (Kerkklanken, hervormdbodegraven.nl) is tot dusverre geen woord aan deze jubilea besteed.
Het eerste orgel werd in 1761 geplaatst door Hendrik Hermanus Hess te Gouda en zijn uit Oostenrijk afkomstige meesterknecht Johann Mitterreither, die zou uitgroeien tot een grootheid op zijn vakgebied. Dat ‘klassieke’ orgel werd in 1925 vervangen door een ‘romantisch’ of symfonisch exemplaar, waarvan de klank was gebaseerd op het 19e-eeuwse symfonieorkest. Dit tweede instrument ruimde in 1971 – onder protest – het veld voor het huidige.
Sinds 1971 bevat de laat-barokke orgelkas een instrument van de toenmalige orgelmakers Jac. van der Linden & Co te Leiderdorp. Al gauw bleek dat orgel niet te bevredigen qua toongeving en draagkracht. Van der Linden kreeg in 1977 zijn congé wegens onvoldoende afwerking en Louis J. Kramer te Boskoop bracht omstreeks 1980 verbeteringen aan. Mei 1983 werd de orgelkas leeggehaald wegens steeds verder naar voren en opzij overhellen door het uitdrogen van lijmverbindingen en het verwijderen van constructies die de kas bijeen hielden; dit was nodig voor de inbouw van het grotere en in de hoogte ontworpen Van der Linden-orgel.
‘Bouwpakket’
In die tijd groeide het besef dat dit goedkope orgel vooral een bouwpakket is: grotendeels samengesteld uit prefab-componenten en met relatief weinig handwerk. Voor ambachtelijke nieuwbouw van hoge kwaliteit in de geest van het werkstuk van Hess, waarop leden van de hervormde gemeente aandrongen, was echter geen geld beschikbaar. De orgelkas werd in 1987 zorgvuldig gerestaureerd en het Van der Linden-orgel teruggeplaatst. Firma De Jongh te Waardenburg vernieuwde het schilder- en verguldwerk naar het bestek van 1761.
Deskundigen hebben door de jaren heen kritiek op het jongste instrument geuit. Reparaties brachten die kritiek niet tot zwijgen. De “moderne en te kleine balgen” zouden drukverlies bij grotere registraties en stemmingsproblemen geven. Omdat er binnen een compacte windvoorziening – anders dan bij traditionele systemen met grotere balgen – sprake is van geforceerde krachten, zou de orgelklank bovendien “onmuzikaal” zijn: “Het orgel zingt niet.”
Verantwoording
De tekstgedeelten tussen dubbele aanhalingstekens zijn letterlijk overgenomen uit desbetreffende rapportages van deskundigen. Ook www.orgbase.nl (digitale orgel-encyclopedie), regionale en lokale media werden geraadpleegd.